Het is nog net geen half twaalf als ik wiebelend op mijn stoel zit te wachten op het telefoontje van de diëtist. Aankomen is het idee. Veel aankomen ook eigenlijk. Maar toen ik vanmorgen op de weegschaal stond, was dat woordje veel, niet in zicht. Er was maar een klein beetje bij. Dan gaat mijn telefoon en neem ik schoorvoetend de telefoon op.
‘Hoe gaat het?’ Verkeerde vraag, als je het mij vraagt. Maar dan beantwoord ik netjes dat het aankomen niet zo gemakkelijk gaat. Eerder schreef ik al een blog dat wanneer ik moet met eten, het tegenwerkt. En dat blijft. Ik probeer en blijf proberen in zo creatief mogelijk te zijn in eten naar binnen krijgen.
We praten wat verder. Dan geef ik maar eerlijk aan dat het doel wat we voor ogen hebben, echt een ‘te-ver-weg-in-zicht-doel’ is. Ze begreep dat ik dat zo voelde. En zo hebben we met elkaar besproken mijn aankomeis naar beneden te halen. En dan verder te kijken. Stap voor stap. Misschien onwijs kinderachtig, maar ik heb dat echt nodig nu. Niet te ver vooruit, niet te grote doelen.
Zo hingen we dan ook op met een voor mij gerust gevoel. Ik kan weer door met aankomen en mijn doel iets meer voor ogen houden, zonder dat ik er iedere keer negatieve grappen over maak.

1 Comment
Kleine stapjes zijn ook stapjes en uiteindelijk kom je zo toch bij je einddoel. Fijn dat er met je mee werd gedacht.