Voor je deze blog leest, wil ik je laten weten dat er pittige stukjes in kunnen staan. Bedenk zelf goed of je dat nu aan kunt.
Wat ben jij toch ongelooflijk irritant. Je moet kapot. Eindeloos ver weggestopt achter een stapel dekens en nooit meer er achter wegkomen. Hoe durf jij je te laten zien? Wie denk je wel niet dat je bent? Daar is ‘ie. Een van mijn vele donkere gedachten uit mijn binnenwereld. Pikzwart, ongezellig en soms zo hels. Tot ik iets besefte, niet makkelijk, maar ook niet onmogelijk.
Precies kan ik me niet meer herinneren hoe ik op het idee van deze blog kwam. Maar, zou ik net zo lelijk doen tegen mezelf als Jezus naast me zou staan? Zou ik net zoveel harde woorden naar mezelf roepen als Hij in mijn gezelschap is? Het eerste wat er in me gebeurde was dat het angst opriep. Want het was zó makkelijk om alle woorden tegen mezelf te roepen. Mezelf soms dood te willen maken. Mezelf kleiner te maken dan ik eigenlijk ben. Alle pijn die ik ervoer, alle traumashit die ik keer op keer herbeleefde ruimte te geven. En ik had niet eens het besef dat Jezus gewoon naast me stond.
Ik voelde me alleen in mijn strijd. Elke ruimte die ik binnenstapte, voelde ik me leeg, alleen en klein. Alsof er een deken over me heen viel van ‘zie je wel, jij klein monster, je bent helemaal niets waard en je mag kapot – nee moet kapot.’ Heftig als ik de woorden zo op schrijf. Maar helaas is dit de realiteit. Als mijn hoofd zo ontzettend duister en vol monsters is, kan ik Jezus het verste bij mij vandaan zien. En dat vind ik moeilijk. Want ik weet dat Hij er is en voor mij wil strijden. Immers heeft Hij die strijd al gestreden.
Toen ik zoveel chaos in mijn hoofd kreeg en ook nog eens schimmen ging zien, raakte alles in me helemaal uit balans. Mijn binnenwereld stond op z’n kop en ik kon er letterlijk niet meer tegen vechten. Ik raakte mezelf kwijt, kon alleen maar huilen en verloor keer op keer de strijd. Ik miste Jezus hierin. Tot een van mijn vriendinnen vertelde dat ik alleen maar in alles hoefde te vragen of Hij voor mij wilde gaan staan. Hij is er en wil de strijd met mij mee strijden. Waar ik ook ben. Thuis, op straat, in een winkel. Hoe duister en heftig mijn binnenwereld ook is. Ik strijd niet alleen maar samen.
Ik vind het ontzettend moeilijk om dit steeds weer te doen, te beseffen dat ik er om mag vragen. Maar zo nu en dan gooit die vriendin er in ‘heb je Jezus er al tussen gevraagd?’ En het enige wat ik dan kan denken is ‘verrek, gelijk ook nog’.
Het is een strijd met vallen en opstaan. Een strijd die je niet alleen hoeft te doen, maar Jezus helpt erbij. Hij zal zoveel mogelijk helpen. Zo vertelde iemand mij een veel te mooi beeld, die ik graag met je deel. Jezus liep de weg met grote voetstappen. En ik – jij – wij hoefden alleen maar onze voeten in Zijn voeten te zetten. Soms met een wat grotere sprong om erbij te komen.
Mijn binnenwereld haalt me nog iedere dag onderuit. Nog iedere dag is er een strijd gaande en nog elk moment moet ik zoeken naar hoe ik Jezus erbij betrek. Maar het besef is er. Ik heb geen idee of je de blog las, terwijl je helemaal niet christelijk bent. Ik zou er nog zoveel woorden over willen schrijven. Maar het enige is – durf toe te laten, te vertrouwen en te vragen. Hij zal helpen.
1 Comment
Prachtig!