We deden een oproepje aan jou, als lezer om een gastblog te kunnen schrijven. Alladinn schreef een aangrijpend verhaal waarvan je vorige week het eerste deel kon lezen. Vandaag is deel 2 aan de beurt en de komende twee vrijdagen zullen de andere delen volgen.
Iedereen maakt verschillende levensfasen door: die jongere versies van jezelf draag je altijd met je mee. Weet je nog hoe je met vriend(innet)jes speelde op het schoolplein? Of hoe je als puber voor de eerste keer ging stappen? Of misschien herinner je de rook van de sigaar van je opa? Tot mijn elfde jaar heb ik weinig tot geen herinneringen aan mijn jeugd. Mijn jeugd was door meerdere oorzaken te traumatisch, waardoor dat stuk geheugen als het ware is afgesneden of diep weggestopt, maar…het zit er wél. Je hoofd kan herinneringen vergeten, maar je lichaam slaat alles op. Dit klinkt misschien zweverig, maar herken je het dat je in de stad loopt en ineens een geurtje ruikt wat je doet denken aan je oma? Of dat je een liedje hoort wat je doet denken aan vroeger? Dat geurtje of liedje heet een trigger en roept een herinnering en gevoelens van vroeger op. Iedereen heeft dit. Ik wist niet dat dit bestond en leerde dit pas toen ik bij mijn huidige therapeut terecht kwam. Ik was volledig vastgelopen. Eerder heb ik al intensieve, interne therapie gehad, maar ik merkte dat wat ik toen had geleerd, me nu niet verder hielp. De stroom aan gedachten stopte maar niet en ik kon niet met (heftige) gevoelens omgaan. Mensen hield ik veelal op afstand, want als je in contact met mensen bent, komen gevoelens los en daar kon ik niks mee. Gevoel overspoelde me regelmatig en soms ook zo heftig dat ik (een soort van) flauwviel.
Bij mijn therapeut bleek dat ik veel opgeslagen herinneringen niet had verwerkt. Mijn moeder heeft lijdzaam moeten zien hoe ze een kaakklem bij mij plaatsten, zodat ik de beademingsbuis niet kapot zou bijten die ik zo hard nodig had. Een peuter kan je niet uitleggen waarom dit moet, maar als volwassen vrouw snap ik nu waarom ik een hekel heb aan tandenpoetsen, of bijna in paniek raak als ik naar de tandarts moet. Als kind ben ik ook nooit onbevangen geweest. Al heel vroeg was ik met (veel te) serieuze zaken bezig, waar mijn leeftijdsgenoten geen weet van hadden. Daardoor had ik weinig aansluiting met bijvoorbeeld klasgenoten: mijn leefwereld was totaal anders dan die van hen. Dat ik van de basisschool tot aan het MBO ben gepest heeft daar ongetwijfeld mee te maken.
Toen wij voor de keuze werden gesteld een fertiliteitstraject in het ziekenhuis te starten vanwege onze onvervulde kinderwens, heb ik heel diep nagedacht of ik dit wel aan zou kunnen. Waarom zou ik het ziekenhuis vrijwillig opzoeken, daar waar ik zo veel trauma’s op heb gelopen? Zou ik mezelf kunnen injecteren met hormonen, terwijl ik als klein meisje lek ben geprikt en ze uiteindelijk een ‘kraantje’ in mijn lies hebben geplaatst, omdat ze nergens meer een ader konden aanprikken? Mijn kinderwens bleek groter dan de angst voor mijn trauma: twee jaar hebben we in de medische mallemolen gezeten. Helaas zonder resultaat, maar het was een heel bewuste keuze voor mij omdat ik wist dat het ziekenhuis confronterend zou zijn.
Dat mijn vroege ervaring met leven en dood mentaal een grote invloed heeft gehad op verschillende vlakken, mag duidelijk zijn. Ik heb verschillende therapieën gehad, maar bij therapieën waarbij je praat, blijf je op verstandelijk niveau. Daar was ik vroeger al sterk in: (logisch) beredeneren en praten. Nog steeds kan ik mijn mondje wel roeren, maar ik hield daarmee mensen ook op afstand, zodat ik niet hoefde te voelen. Ik had het idee dat gevoelens me zouden vernietigen als ik ze zou toelaten. Ik moest op emotioneel gebied aan het werk en zo kwam ik bij een lichaamsgerichte therapeut in Barendrecht terecht.