We deden een oproepje aan jou, als lezer, om een gastblog te schrijven en in te sturen. Debbie en Nienke schrijven namens ‘KOPPzorgen’ .
Wij zijn twee KOPP-kinderen van 20 en 21 jaar. Nu zal je je afvragen: wat betekent KOPP? KOPP staat voor kinderen van ouders met psychiatrische problematiek. Wij wonen en studeren samen in Nijmegen en gaan in het weekend weer terug naar het zonnige zuiden (Limburg). Debbie doet Social Work en Nienke doet Pedagogiek, we zitten beide net in het derde jaar. We hebben elkaar ontmoet op de basisschool, toen we allebei over waren met het zoeken van een maatje om naar de gym in tweetallen te lopen. Vanuit daar is een mooie vriendschap ontstaan. Toen we 10 jaar waren hadden wij het niet over onze thuissituatie. We hadden ook nog niet door dat onze thuissituaties anders waren dan bij andere kinderen. We werden beide pas bewust van onze problemen toen onze moeders werden opgenomen (niet samen) en er een crisissituatie ontstond.
Toen we hier meer bewust van werden ging er bij ons een balletje rollen. Natuurlijk ben je als 15-jarige hier nog steeds niet heel veel mee bezig, maar je vangt wel signalen op. Zo waren we bang dat we zelf ook een stoornis zouden kunnen ontwikkelen. Het is namelijk zo dat KOPP-kinderen 1,5 keer meer kans hebben om een stoornis te ontwikkelen dan andere jongeren.
Wat zijn onze struggles als KOPP-kinderen?
Het zijn van een KOPP-kind brengt uitdagingen met zich mee, zo ook bij ons. Zo heb ik (Nienke) een generaliserende angststoornis ontwikkeld (buitensporig angstig zijn voor toekomstige gebeurtenissen). Ik was veel thuis en durfde zelfs niet meer naar de winkel, dit was een nare tijd. Op mijn 17de werd ik gediagnosticeerd bij het ggz. Hiervoor heb ik behandeling gehad, zowel groepstherapie en individuele therapie. Gelukkig gaat het nu een stuk beter met me. Natuurlijk blijft het belangrijk om op mijn angstklachten te letten, maar ik weet er nu wel beter mee om te gaan. Hier vertellen we zo meer over.
Ik (Debbie), heb niet zozeer een psychische stoornis ontwikkeld, maar ik heb wel last van faalangst. Ook vind ik het erg lastig om mijn grenzen aan te geven. Ik ben dan bang dat mensen boos op me worden of kritiek op me hebben. Dit is het gevolg van mijn thuissituatie. Hiervoor ben ik vorig jaar een tijdje in behandeling geweest, omdat ik merkte dat ik op stage ook tegen dingen aan liep. Zo vond ik het door mijn faalangst bijvoorbeeld heel lastig om met sommige cliënten te communiceren, omdat ze heel moeilijk verstaanbaar waren en ik dus steeds bang was dat ik hen niet zou verstaan. Zo kwam ik niet verder in mijn stage. Ik heb toen het besluit genomen om even een half jaartje te stoppen en aan mezelf te gaan werken.
Hoe gaat het nu met ons?
Met mij (Nienke) gaat het veel beter dan toen ik een tiener was. Sinds juni ben ik dan ook klaar met de behandelingen vanuit het ggz, waar ik veel geleerd heb. Nu heb ik een fijn leven in Nijmegen, waar ik op afstand zit van mijn moeder waardoor ik me meer op mezelf kan focussen. Uiteraard zijn mijn angstklachten niet met de noorderzon verdwenen. Het gaat wel veel beter doordat ik meer creatieve dingen doe, veel vriendinnen spreek en echt een studie heb die ik leuk vind. Wat ik nog lastig vind zijn bijvoorbeeld uitdagingen op mijn stage, zoals meer van mezelf laten horen in teambesprekingen en meer op de voorgrond zien te treden. Ik vind het lastig om echt uit te komen voor mijn mening. Vanuit mijn kinderjaren heb ik erg geleerd om me altijd aan te passen aan anderen waardoor ik dit nog steeds doe. Ik kan me dan ook nog erg druk maken over toekomstige situaties, die me staan te wachten, maar ik push mezelf wel. Tot nu toe heeft dit me heel veel opgebracht en heb ik zo succeservaringen kunnen creëren. Ik geniet nu van de mentale stabiliteit en hoop dat dit nog lang goed mag gaan.
Ook met mij (Debbie) gaat het veel beter. Sinds mijn behandeling bij het ggz, heb ik mijn faalangst beter onder controle. Ik vind het bijvoorbeeld wel nog lastig om een gesprek met een acteur te voeren in de lessen, maar ben wel veel minder bang voor presentaties. Ook ervaarde ik voorheen faalangst wanneer ik moest koken. Ik had nog niet zoveel ervaring met koken en dacht daarom dus ook dat ik dit niet kon. Sinds ik op kamers woon, moest ik wel voor mezelf leren koken. Ik heb hier steeds succeservaringen opgedaan, doordat de meeste recepten tot nu toe zijn gelukt. Inmiddels vind ik koken erg leuk en ervaar ik hier geen angst meer voor. Daarnaast kan ik nu ook beter mijn grenzen aangeven. Dit vind ik nog steeds heel spannend, maar ik probeer wel steeds vaker die uitdaging aan te gaan. Ik heb hier nog zeker wel een weg in te gaan, maar de eerste stappen zijn al gezet. Zo heb ik ook op stage mogen oefenen met mijn grenzen aangeven. Ik heb afgelopen periode geoefend met het begrenzen van een bewoner, wat ik eerst heel spannend vond. Na veel geoefend te hebben, kan ik deze bewoner begrenzen zonder angst te voelen. Als laatste heeft op kamers gaan me heel veel rust gebracht, omdat ik niet meer constant in de thuissituatie zit. In de weekenden ga ik naar huis en ik merk dat het dan wel iedere keer heel gezellig is in tegenstelling tot wanneer ik de hele week thuis zou zijn.
Boodschap aan andere KOPP-kinderen
Wij willen andere KOPP-kinderen meegeven dat ze zich niet schuldig moeten voelen wanneer ze voor zichzelf kiezen. In sommige situaties is dit het beste om te doen want afstand kan rust bieden. Waardoor je echt aan je eigen ontwikkeling kan gaan werken. Het is belangrijk om jezelf niet te vergeten en naar je eigen gevoel te luisteren, want ook jij doet er zeker toe. Heb je behoefte aan meer ervaringen, informatie en tips over KOPP-kinderen. Volg dan ons platform genaamd KOPPzorgen!